Ouders hoeven hun dove kind niet te laten implanteren

Vorig jaar al schreven we over een rechtszaak in het Duitse Goslar, die aangespannen was door een KNO-kliniek tegen ouders die geen CI voor hun kind wilden. De kliniek vond dat het jongetje een CI moest hebben, eventueel tegen de wil van de ouders in, en schakelde de kinderbescherming in, die de zaak voor de rechter bracht.

Eén van onze redacteuren is deze zaak blijven volgen en meldde dat er onlangs een uitspraak is gedaan door de rechter in het voordeel van de ouders. De rechter oordeelde dat het kind, inmiddels drie jaar oud, niet tegen de wil van de ouders mag worden geopereerd. Wat meespeelde was dat het kind zou opgroeien in een doof gezin met dove ouders. Voor de hoortraining zou hij daarom veel uit huis moeten zijn. Dat mag niet tegen de wens van de ouders in. Zelfs indien er een hulpverlener aan huis zou komen, zou dat niet bevorderlijk zijn voor de normale gezinssituatie. Tot slot zei de rechter dat doven, ook zonder CI, “ongetwijfeld een gelukkig leven leiden met een hoge levenskwaliteit.” Lees een uitgebreid artikel (in het Duits) hier in de digitale Duitse Gehörlosenzeitung.

Ook OPCI vindt gedwongen CI-implantatie geen goede zaak. Niet iedereen die voor een CI in aanmerking komt moet een CI krijgen, van een verplichting kan géén sprake zijn, ook niet voor kinderen. OPCI vindt dat mensen die ervoor in aanmerking komen de keuze goed moeten kunnen maken. Ouders moeten de mogelijkheid hebben om hun eigen keuze hierin te maken voor hun kind of kinderen. Dat is alleen mogelijk met een objectieve en brede informatieverstrekking.