‘Deelnemen aan spontane gesprekken is ontzettend leuk’

Helen Blom (27) werkt als promovenda op de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ruim dertien jaar geleden hoorde ze dat ze in aanmerking kwam voor een Cochleair Implantaat (CI). Onder het mom ‘baat het niet, dan schaadt het niet’, besloot de nuchtere en toen nog puberende Helen er voor te gaan.

Er ging een wereld voor haar open: ‘Pas toen ik mijn CI kreeg, realiseerde ik me hoe weinig ik daarvoor hoorde.’
‘Ook al denk je dat je nog genoeg meekrijgt met hoortoestellen, die kleine dingen die belangrijk zijn, hoor je niet meer, zonder dat je het merkt’, vertelt Helen. ‘Denk bijvoorbeeld aan naderende voetstappen, iemand die je roept of een ambulance die in de verte aankomt. Maar ook veel hoge of zachte geluiden zoals vogels, het geruis van de wind of het gesis van een fles frisdrank als je die opent. Ik had niet door dat ik al die geluiden niet meer hoorde. Het was voor mij een verrijking dat ik dit weer meekreeg met mijn CI.’

Kon je de geluiden gelijk goed horen met je CI?
‘Het werd me meteen duidelijk dat ik al die jaren een heleboel had gemist. Maar in het begin moest ik wel erg wennen. Ik weet nog dat de aansluiting in augustus was. Het was bloedheet dus het raam stond open. Toen het CI werd aangesloten was er iemand aan het grasmaaien buiten, wat een lawaai was dat! Het eerste wat ik toen dacht was: “O nee, is dit het nu?!”. Wat ik hoorde, kan ik het beste omschrijven als pianogeluidjes. Als mijn moeder “hoi” zei, hoorde ik alleen een ping-geluid van een piano. Verschrikkelijk vond ik dat, want ik kon er geen kaas van maken. De volgende dag gaf ik bij de afregeling aan dat het geluid verschrikkelijk was, en werd er een ander programma op gezet. Wat een verademing! Die pingeltjes werden ineens een stuk herkenbaarder. De oefeningen voor het herkennen, onderscheiden en nazeggen van woorden en klanken gingen eigenlijk heel snel al goed voor mij. Thuis oefende ik veel met mijn moeder. Zij las dan een artikel voor dat ik moest nazeggen. Ik denk dat ik mijn plafond vrij snel bereikte.’

Straks draag je al je halve leven een CI! Wat betekent het voor jou?
‘Het CI is voor mij erg belangrijk. Mijn zelfvertrouwen is in de communicatie met anderen enorm gegroeid. Waar ik vroeger altijd hoopte dat vreemde mensen me niet zomaar zouden aanspreken, omdat ik bang was dat ik ze niet kon verstaan, vind ik het nu juist leuk dat ik aan die spontane communicatie kan deelnemen. Dat het CI vooral impact had op mijn zelfvertrouwen, merkte ik pas achteraf. Als ik terugkijk, denk ik dat ik me steeds meer ging terugtrekken in bepaalde situaties. Bij verjaardagen thuis ging ik af en toe even naar boven, want er was zoveel lawaai en ik hoorde het toch niet. En ik was bang dat iemand iets tegen mij zou zeggen en dat ik dan moest aangeven dat ik hem niet verstond.’

En hoe gaat het nu met verstaan in grote gezelschappen?
‘Vanaf het moment dat ik mijn CI had, merkte ik dat ik meer meedeed aan sociale interacties. Maar het verloopt nog steeds niet altijd even lekker. Verjaardagen blijven chaotisch en soms moeilijk, net als groepsgesprekken. Maar ik probeer dan bijvoorbeeld een gesprek aan te gaan met degene die naast me staat en vraag of hij of zij voor mij kan herhalen wat er gezegd werd, zodat ik weer kan aanhaken. Dat deed ik vroeger niet. Ik hoop dat spraakverstaan in groepen nog verbeterd kan worden. In de tussentijd maak ik ook gebruik van Nederlands met Ondersteunende Gebaren (NmG) met de personen die dit ook kunnen. Dat helpt enorm. Niet alleen qua begrip, maar ook qua energieniveau. Ik hoef me dan niet meer zo te concentreren en af te vragen of ik het juist heb verstaan. Wat dat betreft vind ik het heel fijn dat ik die combinatie van mijn CI en NmG kan maken’

Gebruik je daarnaast nog andere hoorhulpmiddelen?
‘Naast mijn CI heb ik altijd mijn hoortoestel gedragen. Voor mij is het zo: ik versta met mijn CI, maar ik hoor met mijn hoortoestel. Het geluid van het CI vind ik zelf niet zo mooi, het klinkt voor mij mechanisch. Maar ik versta er wel heel goed mee. Onbewust vul ik de geluiden ‘mooi’ in met mijn hoortoestel. Die meerwaarde van de combinatie is voor mij heel groot. Mijn hoortoestel heb ik echt nodig om te ‘genieten’ van geluiden. Muziek met CI vind ik niet heel mooi, maar met hoortoestel wel. Op die manier zou ik beide hoorhulpmiddelen niet willen missen. Verder maak ik soms ook gebruik van ringleiding en draadloze accessoires zoals de Smartlink. Tijdens een promotie of presentatie geef ik dan de microfoon aan de spreker zodat ik hetgeen wat hij zegt rechtstreeks in mijn CI en hoortoestel binnenkrijg.’

Heb je nog speciale programma’s of functies op je CI?
‘Het fijne van mijn CI vind ik dat er voor elk soort moment een programma of functie is. Als ik in een rumoerige omgeving ben, zoals een café, restaurant of in een stationshal, zet ik de Ultrazoom aan. Die functie zoomt automatisch in op stemmen en onderdrukt omgevingsgeluiden. Op de fiets heb ik vaak last van wind in de microfoon van mijn CI. Door de Windblock, een andere functie, wordt de wind als het ware langzaam weggefilterd. En ik vind het ook gewoon fijn dat ik mijn CI aan of uit kan zetten wanneer ik dat wil.’

Kun je een CI aanbevelen aan andere slechthorende mensen?
‘Jazeker. Het heeft mijn leven verrijkt! Zonder mijn CI zou ik me sneller terugtrekken uit sociale situaties. Maar het is wel goed om te beseffen dat je er niet perfect horend van wordt. Het blijft hard werken en het is niet een kwestie van aansluiten en klaar. Ik heb een soort van “geluk” gehad dat ik niks meer hoorde met het oor waaraan ik geopereerd ben. Naar mijn idee kon het alleen maar beter worden. Ik had niets te verliezen, dus waarom zou ik het niet proberen? Toch zijn mijn verwachtingen meer dan waargemaakt: ik hoor meer en versta beter sinds ik het CI heb. Ik doe mijn CI ’s ochtends in en pas ’s avonds weer uit, dat zegt genoeg!’

Bron: doof.nl. OPCI is niet inhoudelijk verantwoordelijk