Inleiding door onze redactie

In het CI-centrum MUMC+ is de afgelopen twee jaar bij veertien mensen onderzoek gedaan naar de plaats van de elektroden in het slakkenhuis, de zogenaamde ‘ELEPHANT-studie’. Met deze studie is geprobeerd om de frequenties die de verschillende elektrodes van het CI stimuleren, preciezer overeen te laten komen met de plaats van die elektrodes in het slakkenhuis. Daarbij is het van belang te weten dat de toonhoogte van het geluid dat we waarnemen, afhankelijk is van de plaats die in het slakkenhuis gestimuleerd wordt.

Maar niet elk slakkenhuis is hetzelfde en ook het inbrengen van de elektrodes tijdens de operatie verloopt anders. Tot nu toe waren de instellingen van de processor wel voor iedereen gelijk, maar middels dit onderzoek wordt gekeken of met een individuele aanpassing de spraakverstaanbaarheid verbetert. In dit stadium konden alleen nieuwe CI-gebruikers aan dit onderzoek meedoen.

Lees hieronder het verslag van het onderzoek. De definitieve resultaten worden volgend jaar verwacht. Uiteraard houdt OPCI u daarvan op de hoogte.


ELEPHANT-studie bijna afgerond

Logo van de Elephant-studieMet een CI zijn veel doven en slechthorenden weer beter in staat geluiden te herkennen en spraak te verstaan. Toch klinkt elektronisch horen vaak nog heel anders dan via de natuurlijke weg. Om de geluidskwaliteit van CI’s te verbeteren, hebben onderzoekers van het Maastricht UMC+ de afgelopen twee jaar een nieuwe methode van programmeren getest. De eerste resultaten van de ELEPHANT-studie druppelen inmiddels binnen.

Kunnen elektrisch en akoestisch horen dichter bij elkaar worden gebracht? Kan het ‘robotachtige’ geluid van het CI ook vervangen worden voor een warmer en natuurlijker geluid? En kunnen patiënten hiermee ook beter spraakverstaan? Om hier antwoord op te krijgen, is binnen de ELEPHANT-studie bij nieuwe CI-patiënten geëxperimenteerd met een nieuwe methode.

Hiervoor werd eerst van iedere patiënt na de operatie een CT-scan gemaakt om de elektrodes in het slakkenhuis in beeld te krijgen. Van iedere elektrode werd precies berekend hoe diep deze in het slakkenhuis terecht is gekomen en welke toonhoogtes er natuurlijk gezien op deze locaties worden gestimuleerd. De programmering van het CI werd daarna aangepast op basis van deze berekeningen.

Voor de patiënten die deelnamen aan het onderzoek betekende dit dat ze niet één, maar twee processoren mee naar huis kregen. Op één van de twee stonden de nieuwe instellingen, en op de ander de gebruikelijke instellingen zoals die normaal gesproken worden geprogrammeerd. Welke instellingen op welke processor stonden, werd er echter niet bij gezegd. Wel kregen patiënten de instructie mee om beide processoren gedurende drie maanden volgens een strak schema te dragen. Een hele opdracht, zeker als er zich tijdens deze periode een voorkeur ontwikkelde voor één van beide instellingen!

Bij ieder revalidatiebezoek aan het Audiologisch Centrum stond vervolgens dezelfde vraag centraal: welke processor klinkt het beste? En wat is het verschil in geluid? Ook werden er aanvullende metingen gedaan om te onderzoeken hoe onze patiënten presteerden met beide instellingen en hoe deze verschillen te verklaren zijn.

De afsluitende metingen van de studie vinden begin volgend jaar plaats. In totaal hebben 14 patiënten deelgenomen. De resultaten zullen vervolgens worden geanalyseerd en daarna bekend worden gemaakt. Of de nieuwe methode tot succes heeft geleid, is dus nog even afwachten!


Bron van het verslag: Maastricht UMC. OPCI is niet inhoudelijk verantwoordelijk