OPCI start project om kwaliteit van zorg te verbeteren

De overgrote meerderheid van CI-gebruikers geeft aan dat de kwaliteit van leven na implantatie verbeterd is. Maar in het hele CI-traject constateert OPCI ook nog verbeterpunten. Om die reden is OPCI onlangs met een driejarig project gestart dat de kwaliteit van zorg rondom CI moet helpen te verbeteren.

Over het algemeen zijn CI-gebruikers erg tevreden, zo bleek uit een enquête die eind 2010 is uitgezet onder de CI-dragende leden van de NVVS. De overgrote meerderheid van de ondervraagden gaf aan dat de kwaliteit van leven na implantatie verbeterd is. Maar er zijn ook nog verbeterpunten, zo constateert OPCI. Om die reden is OPCI onlangs met een driejarig project gestart dat de kwaliteit van zorg rondom CI moet helpen te verbeteren.

“Zorg en aandacht van belangenorganisaties op het gebied van CI blijft nodig”, meent projectleider Inge Doorn. “Zo hoorde ik onlangs van ouders dat zij geen vergoeding kregen voor het tweede implantaat van hun zoontje. En dat terwijl vorig jaar de nieuwe regel is ingegaan dat bij kinderen onder de 5 jaar ook een tweede CI vergoed moet worden. Volgens de verzekeraar is er nog geen code in het systeem om deze ingreep onder te registreren en kunnen ze dus niet tot vergoeding overgaan. Dat soort zaken trek ik me erg aan; situaties als deze geven aan dat er echt nog wel wat gedaan moet worden.”

Kwaliteitsaspecten
“In de huidige situatie is er nog onduidelijkheid over bijvoorbeeld wanneer een CI vernieuwd moet worden, wat je moet doen als de CI kapot is of wat je van een CI-team mag verwachten”, geeft Inge aan. “Wij moeten hierover goed in gesprek gaan met de ziekenhuizen en andere partijen. We gaan in kaart brengen welke kwaliteitsaspecten belangrijk zijn, onder andere door een vragenlijst voor te leggen aan CI-gebruikers. Daarbij kijken we ook naar de bestaande kwaliteitscriteria die in de Veldnorm opgenomen zijn. Deze moeten vooral concreter, vinden wij. Zo staat er bijvoorbeeld dat een CI-team moet zorgen voor goede bereikbaarheid, maar wat wordt dan gezien als ‘goed’? Wij hopen dat onze suggesties worden meegenomen in de nieuwe Veldnorm.”

Uit de praktijk
Wat Inge betreft zijn er in de praktijk nog diverse situaties waar aandacht aan besteed moet worden als het gaat om kwaliteit van de zorg rondom CI. “Ik vind het zelf bijvoorbeeld frustrerend dat je als CI-gebruiker in een ziekenhuis toch altijd een beetje geïntimideerd bent door de omgeving en de arts met al zijn kennis. Door dat hiërarchische gevoel, zal je niet altijd al je vragen stellen. Ik vind dat artsen daar op moeten inspringen. Klantgericht zijn is niet alleen maar vriendelijk zijn, maar ook vragen signaleren die iemand misschien wel heeft maar ze niet durft te stellen.”

Uit de enquête van de NVVS-Commissie CI bleek dat de afstand tot het CI-team voor ouderen soms te groot is. De CI-centra bieden bovendien ieder hun eigen revalidatieprogramma. Dat hiertussen grote verschillen bestaan, blijkt slechts in beperkte mate bekend: nog geen derde van de geënquêteerden wist dit. Ook kan het revalidatieprogramma op punten verbeterd of uitgebreid worden. Inge: “Als je CI is ingesteld, moet je nog zoveel leren: telefoneren bijvoorbeeld en eigenlijk ook echt opnieuw leren horen. Volgens de huidige regels moeten ziekenhuizen daarin ondersteuning bieden, maar het komt nog weinig voor dat ziekenhuizen zelf een cursus op dit gebied aanbieden.”

Naar aanleiding van de uitkomsten van de enquête, beveelt de CI-commissie aan nazorg en service over het hele land aan te bieden, bijvoorbeeld door inschakeling van AC’s en (gedeeltelijke) overdracht van de nazorg. “In urgente situaties valt er nu weinig te regelen: je moet voor onderhoud en reparaties altijd bij je eigen CI-centrum zijn. Dat kan beter”, meent Inge. “Er zijn maar acht CI-centra in het hele land, dus dan mogen die best een beetje flexibel zijn. Ook in de weekenden is er nu geen plek waar je met spoed heen kan voor bijvoorbeeld een reparatie. Ziekenhuizen zien het niet als levensbedreigend dat is het natuurlijk ook niet… dus beter, omdat een kapot CI niet levensbedreigend is, kun je binnen de ziekenhuizen in de weekenden niet terecht voor spoedreparaties. . Maar wie dit overkomt, kan dan gewoon geen contact maken enzovoorts. Dat is misschien niet levensbedreigend, maar heeft wel een grote impact op dagelijkse situaties.”

Dit jaar gaat OPCI aan de slag met het inventariseren van de kwaliteitsaspecten, volgend jaar zullen alle gegevens geanalyseerd worden. Uiteraard berichten we dan over de uitkomsten.

Bron: Horen